vrijdag 13 januari 2012

Dag 37: Als het nog lang duurt, dan wachten we gewoon nog even...

Vandaag vertrekken we om zeven uur ’s ochtends; de ervaring leert ons dat we op de bergwegen maar moeizaam vooruit komen. We zetten koers richting Medellin (420 km), de beruchte drugshoofdstad (niet de hoofdstad) van Colombia. Met het verlaten van Cali gaat het echter al mis: Job en Catelijne (equipe 18) moeten voor een verkeerslicht wachten, en raken de rest kwijt. Jan en Arend wachten op Job, en zijn ons daardoor ook weer kwijt. Wanneer wij ook besluiten te stoppen, zien we de anderen wel langskomen, maar kunnen we niet meteen terug de weg op – nu raken wij de rest dus weer kwijt. We besluiten de stad uit te rijden, en buiten de stad op de anderen te wachten. Geen succes. Op wonderlijke wijze weten we elkaar in het stadje Yumba weer te treffen. We kunnen weer...
Het eerste deel van het landschap is erg vlak, met enorme rietplantages langs de weg. Er wordt ook volop geoogst: het spul wordt over de weg vervoerd met opleggers die een stuk of zes aanhangwagens trekken. Suikerriet is hier kennelijk een belangrijk product.
Na enkele tientalle kilometers gaan we weer de bergen in; geen vrachtverkeer deze keer, dus het schiet goed op. Na de middag belanden we echter weer midden tussen de vrachtauto’s, die voor ons moeizaam omhoog kruipen. We moeten vaak in de eerste versnelling rijden, tergend langzaam. Dit zijn de laatste loodjes.
Rond half 5 ’s middags naderen we Medellin. Het routeboek blijkt onvolledig; we gaan over de de Garmin-navigator. Aangezien Job (equipe 18) ook zo’n speeltje heeft, kunnen we twee-aan-twee rijden: een met navigator, en een zonder erachteraan. Dat lukt goed: rond 5 uur komen we aan bij ons hotel.
Op de parkeerplaats van het hotel raken we aan de praat met enkele nieuwsgierige voorbijgangers, die vloeiend (Amerikaans) Engels praten. Zij vertellen ons dat we in het mooiste hotel van de stad verblijven – en dat overdrijven ze niet. Onze kamer kent een inloopkast waar menig student vier jaar in kan verblijven.
Ondertussen besluit Job nog even de remmen te controleren; Jan moet nog olie bijvullen in de versnellingsbak. De belangstellenden blijven nog even plakken, en we geven dan ook weer volop tekst en uitleg bij onze auto.
Terugkijkend op vandaag blijft vooral het landschap hangen: prachtige bergen, met weelderige begroeiing. Wat ons opnieuw opvalt: bij het in- en uitrijden van de steden geen sloppenwijken. De bergwegen zijn op veel plaatsen (opnieuw) verzakt, en men is druk bezig dit te repareren. De weg barst van de oude (vracht)auto’s, maar armoedig ziet het er niet uit.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten